Maandag 17 maart

Op de officiële website van Tom Boonen heeft moeder Agnes haar eigen rubriek: ‘Dans les yeux de ma mère.’ Daarin schrijft ze vandaag over de expositie die wij in het Wielermuseum hebben klaargestoomd. Ze zal het mij niet kwalijk nemen als ik haar dagboekfragment hier even kopieer… Eerlijk gezegd heb ik, in deze tekst, nog maar zelden een mooier compliment gekregen.

 

“Verleden week zijn wij naar het wielermuseum van Roeselare geweest voor de opening van een tentoonstelling rond de wonderjaren van Tom Boonen. Even waren we weer de jonge bezorgde ouders die hun zoontjes naar de koersen volgden. Wat was dat toch een ongelooflijke drukke, maar mooie tijd. Sven en Tom reden toen allebei en het was echt wel organiseren. André en ik hielden elkaar dan op de hoogte via gsm. Als we dan s’avonds thuis kwamen waren we moe maar voldaan dat alles weer goed verlopen was. De tentoonstelling gaat over de jeugdjaren tot nu. Mijn hamsteren van elk krantenartikel, trui, medaille, beker enz. wordt nu beloond met een prachtig resultaat. Thierry en Bieke, die al van bij de nieuwelingen Tom volgen op elke koers hebben beelden uit hun eigen filmotheek vrijgegeven. Altijd mooi om terug te zien. Thierry heeft het talent om elke emotie vast te leggen. Het eerste beeld dat ik te zien kreeg deed mijn ogen weer wazig worden, ik moet wel toegeven dat ik daar nogal dikwijls last van heb als ik ontroerd ben. Tom werd Belgisch kampioen bij de beloften en hij was zo gelukkig dat hij zijn papa rond zijn nek vloog en die weende als een klein kind. De beelden zijn te zien op een groot scherm en geven mij nog altijd kippenvel. Een volgend beeld is van Parijs-Roubaix bij de beloften, Tom was vierde en hij was zo blij dat hij in het gras viel en met een smile tot achter zijn oren zei, zoals hij alleen dat kan: “Hier kom ik terug om te winnen!” en… hij heeft woord gehouden hé. Meer ga ik niet verklappen want anders is het nieuws er af. Het loont de moeite om eens een kijkje te gaan nemen. Dan kan je met je eigen ogen de kracht van een jongensdroom zien. De tentoonstelling loopt nog tot 4 mei. Toen we na de tentoonstelling naar huis reden hebben André en ik elkaar eens goed vastgepakt en zijn we tot de conclusie gekomen dat deze mooie momenten al de stress doet verbleken.”

Dinsdag 11 maart 2008

Het is voor een auteur altijd leuk om reacties, brieven, e-mails van lezers te ontvangen. Deze, vandaag ontvangen van Bart De Schampheleire, freelance medewerker van o.a. Wieler Magazine, wil ik u niet onthouden. Sta mij toe, Bart, uw mail, recht uit het wielerhart, op het wereldwijde web te gooien…

 

“Dag Patrick, Ik las in het laatste nummer van Grinta! je column over het totale gebrek aan patroonheilige voor de wielrenners en fietsers. Ik weet niet of ‘mijn’ patroonheilige een ‘officiële’ is, maar ik wou je het volgende toch meegeven. Een jaar of twaalf geleden ben ik voor het eerst naar de Ronde van Lombardije gaan kijken. Daags voor de ‘klassieker van de vallende bladeren’ fietste ik in de buurt van het Comomeer wat rond en stopte aan de kapel ter ere van de Madonna del Ghisallo. Je kent dat kapelletje bovenaan die supersteile klim ongetwijfeld, het is volledig gevuld met wielermemorabilia (een fiets van Merckx, die van Casartelli, truien van Coppi tot Cipollini en van Bartali tot Armstrong) en ieder jaar als de Ronde van Lombardije er passeert luidt de pastoor de klokken. Toen ik het kapelletje de eerste keer bezocht kreeg ik van de pastoor een plastic bidprentje met op de voorkant een peloton dat aan de kapel voorbij trekt en op de achterkant een Italiaans gebed waarin aan de Madonna del Ghisallo bescherming wordt gevraagd voor alle fietsers. Sinds die dag heb ik het inmiddels totaal versleten plastic bidprentje ALTIJD bij me als ik ga fietsen, waar ook ter wereld. En ook al geloof ik in God noch gebod, toch ben ik er van overtuigd dat het mij al voor groot onheil heeft behoed. Dus misschien hebben wij wielrenners en fietsers toch ergens een patroonheilige. – Groeten, Bart”

Maandag 3 maart 2008

In het Wielermuseum opening van de thematentoonstelling ‘Tom Boonen. De Wonderjaren’. Heel wat materiaal uit de jeugdjaren bijeengekregen. Kampioenentruien, medailles, trofeeën, filmpjes tot en met de medaille en de trui van zijn allereerste zege – overigens meteen al in zijn allereerste wedstrijdje van SVS (Stichting Vlaamse Schoolsport), op het circuit van Zolder op 13 oktober 1983. Dat allemaal dankzij moeder Agnes, bij wie ik in Retie mocht aankloppen. Van meet af aan heeft ze alles over de wielercarrière van haar zoon bijgehouden en op die manier is ze als het ware een privé-museum aan het bijeenzamelen. Op de openingsavond zijn Agnes en André Boonen present. Ze vinden het fijn dat alles eens mooi gepresenteerd wordt. Twee echte Kempenaars: rustig, bescheiden, vriendelijk. Ze praten over de tijd dat ze als jonge ouders met hun zoontjes elke zaterdag of zondag naar de koers trokken, her en der in de provincie. “Ja, welke vader gaat zoiets denken als zijn zoon op zijn dertiende vraagt om aan zo’n scholenkampioenschap te mogen deelnemen?”, zegt André, op bijna verontschuldigende toon. De aanwezigen hebben vooral oog voor de filmpjes waarin Tom Boonen te zien is als nieuweling, junior. “En daar, zijn zege in het Belgisch kampioenschap voor beloften in Tessenderlo”, wijst moeder Agnes. “Nooit eerder had ik André zien schreien. Wel, die dag werd het hem te machtig. Zie, daar, voorbij de meet vliegt onzen Tom in zijn armen en komen de traantjes. Hé André, wéte nog ?”

3maartbis