Zaterdag 24 januari

De balustrades van een velodroom. Campagnolo – Davitamon – Grinta! – Rodania –Polar – Het Nieuwsblad – Nissan – WBV – Lotto – KBC –Shimano – Vermarc. Eén kleurig en lang gerekt lint dat zich rond het magische ovaal kronkelt en uiteindelijk in eigen staart bijt, zodat je alles en tegelijk helemaal niks leest. De balustrade rond de wielerpiste in het Sportpark De Schorre is van een andere orde. Ze brengt geen euro aan reclame-inkomsten op, maar ze getuigt wel van soberheid en goeie smaak. Helemaal wit, met languit over een goeie honderd meter het gedicht ‘Renners sterven niet’ van Willie Verhegghe, in zwarte letters. Een goeie keuze. Het is, vind ik persoonlijk, zijn absolute meesterwerk. “Renners sterven niet,/ ze verdwijnen alleen maar uit het zicht/ eens zij met niet te evenaren stijl/ de laatste finish hebben overschreden/ en de snelheid van het leven/ hen met stijve spieren achterlaat.” Ik stond erbij en ik keek ernaar, vandaag, langs die velodroom in het winderige Oostende. En er was wat mij betreft niet veel verbeelding nodig om ze in mijn gedachten te laten binnenwaaien, wijlen de helden van de zwart-wit foto’s, uit de tijd dat het baanwielrennen nog volle tribunes trok: Gerrit Schulte, Marcel Kint, Achille Bruneel, Robert Naye. Of Rik Van Steenbergen en Miel Severeyns, elkaar aflossend in de madison. “Want koersen blijven ze,/ ook al vallen hart en wielen stil,/ zij gaan in duizend hoofden door/ met duwen en nooit doodgaan:…”

 

Ik was in Oostende omdat daar, in het meer dan 30 hectare grote Sportpark De Schorre, een uniek en lovenswaardig project werd voorgesteld. Een combinatie van sport en cultuur, die resulteert in een sportpoëzieroute. Niet alleen langs de velodroom, maar ook bij de voetbalvelden, de atletiekpiste, de vijver, het cricketveld, in alle hoeken en kanten van het park ontdekt de sporter, de wandelaar en de poëzieliefhebber er gedichten over de meest uiteenlopende disciplines: tafeltennis, basket, schaatsen, schaken, tot zelfs boogschieten op de staande wip toe. Over de visuele uitwerking is nagedacht. Ze hebben er niet zomaar wat teksten op plexiplaat gegooid, neen, de dragers van de gedichten zijn vaak kunstwerkjes op zich. Zoals het gedicht ‘Finish’ van Frank Pollet bij voorbeeld, met doorkijk op de echte finishlijn. Of de fraaie versregels waarin Bart Vanreusel beschrijft hoe atletische dames zich klaarmaken voor de honderd meter sprint, verwerkt in een uitvergrote startblok. Mooi. Chapeau stad Oostende.

 

Ook poëzie van Herman De Coninck, Roel Richelieu van Londerzele, Willem Wilmink, Rik Wouters, Hannie Rouweler, Ulrich Jeltema, Kees Blokland, Gaston Burssens, Phil Calliau, José Vandekerckhove, Peter Ampe, Toon Hermans, Reinder Rienk van der Leest kom je tegen langs dat bijna 4 kilometer lange parcours. En ja, de reden dat ik in Oostende uitgenodigd werd, is dat er ook van mij een gedicht in deze sportpoëzieroute is opgenomen. Het gaat om ‘Cyclocross’, een persiflage op ‘Dien avond en die roze’, die ik in een gekke bui omboog tot ‘Dien middag in die mooze’ – volgens sommigen heiligenschennis om Gezelle’s verzen zo te vermassacreren, volgens anderen zondermeer geestig. Het gedicht kreeg daar in het sportpark een vaste stek in een bocht langs het mountainbikeparcours. Een plek die door de overvloedige regen van de jongste dagen herschapen is in een modder- of mooze-bocht. Terwijl ik er, tijdens de officiële inwandeling, mijn gedicht voorlees, voel ik mijn schoenen wegzinken in het slijk, dat is nog eens the right poem on the right place. Na Lichtervelde en Harelbeke is Oostende de derde locatie waar een gedicht van mij een permanente plaats in het openbaar patrimonium krijgt. Het zou van veel hoogmoed getuigen als ik zeg dat dit mij onverschillig laat. Schrijven doe je om gelezen te worden, het liefst door een zo breed mogelijk publiek. In kranten, magazines, boeken, op het internet. En zo af en toe beslist een overheid je letteren ook in het straatbeeld of in een park te laten knetteren. In duurzaam materiaal gepresenteerd en dus, mag ik hopen, toch zo’n beetje bedoeld voor de eeuwigheid. Het is een aardige gedachte dat het gedicht binnen pakweg een halve eeuw door de toevallige voorbijganger nog kan gelezen worden. Het zet de auteur, weliswaar schuchter en bescheiden, aan het denken over een variant op Willie Verhegghe’s gedicht van de balustrade langs de velodroom: “Dichters sterven niet… zij gaan in duizend hoofden door/ met schrijven en nooit doodgaan:…”

 

Zaterdag 3 januari

Zaterdag 3 januari veldtoertocht van KWB Flandria

 

Haal de mountainbike van stal!

 

Zaterdag 3 januari pakt de Koninklijke wielrijdersbond Flandria opnieuw uit met een veldtoertocht in en om eigen gemeente. Een unieke kans om natuur, veld- en bospaden in Lichtervelde te (her)ontdekken. Voor kids en gelegenheidsfietsers is er een lus van 22 km, de echte biker zal ongetwijfeld kiezen voor de 44 km.
De vetrandjes van de feestdagen eraf rijden en het nieuwe jaar inzetten vol goeie sportieve voornemens. Het kan in eigen dorp op zaterdag 3 januari. Plaat van afspraak voor de Flandria-mountainbiketocht is het gemeentelijk sportcentrum in de Zandstraat. Je kan er vrij starten tussen 8u.30 en 14 uur. Inschrijven gebeurt in de cafétaria van de sporthalle. Het parcours werd dit keer uitgestippeld door Oswald Depoorter en Patrick Cornillie en bevat flink wat nieuwigheden. Minstens één derde van het traject is offroad, zoals dat in mountainbiketermen heet, gaande van paadjes en dreven, tot boswegels en single tracks. Zware ploeterpartijen worden zo goed als mogelijk gemeden.

 
 

WK-parcours

 

Vanuit het dorpscentrum gaat het zuidwaarts, naar ’t Goed ter Meerse en de Steenovenstraat, waar de deelnemers vervolgens van twee passages door het Huwynsbos kunnen genieten. Via Den Bras en een eerste bevoorrading fietst men dan naar het nieuwe bos op de Onledemolen en de Hoeve Ter Kerst. In die buurt kan en mag een stukje van het WK cyclocross-parcours rond Dominiek Savio uiteraard niet ontbreken. Langs de Drieweg wordt weer naar Lichtervelde gefietst. De kleine lus finisht via Denyslaan en Nieuwstraat, terwijl zij die voor de 44 km kiezen onverdroten doorgaan via wijken en wegeltjes naar de Vijfwege en de Veldkapel. Dit traject gaat verder noordwaarts naar de Griete en Torhout-Oost (2de bevoorrading). Een passage door Groenhovebos brengt de bikers terug op Lichtervelds grondgebied. Langs de dreven van ’t Veld, Compernolleweg, Kasteelstraat en Molenbinnenweg krijgt men in het dorpscentrum weer vaste grond onder de wielen. Iedereen is welkom op deze mountainbiketocht: van jong tot minder jong, van sportieveling tot recreant. Deelnemen kost 4 euro – leden van een officiële wielertoeristenbond krijgen 2 euro korting. Onderweg is er bevoorrading en na de tocht krijgen de deelnemers nog een goed belegde boterham. Er is ook wasgelegenheid, zowel voor de bikers als voor hun bikes. Info: Oswald Depoorter, tel. 0473 57 74 82.

 

03januari