Zaterdag 28 februari

Van de would-be sterren, de semi-blasés en pseudo-vedetten onderscheiden de écht Groten der Aarde zich door hun eenvoud en vriendelijkheid, hun aandacht voor de gewone man, hun authenticiteit. Het geldt voor de wielersport, het geldt evenzeer in andere domeinen van de maatschappij. Dat ervoer ik eens te meer vanmiddag, toen ik de eer had te mogen tafelen met Freek de Jonghe – weliswaar in een geheel en al toevallig samengesteld gezelschap, na de officiële opening van ‘WielerSportCultuur’, een tentoonstelling in de Gentse Sint-Pietersabdij, opgezet door Topsport Vlaanderen en het Vlaams Ministerie van Sport en Cultuur. De collectie omvat 61 foto’s van Stephan Vanfleteren. Coördinator Louis De Pelsmaeker selecteerde en voegde er gedichten bij die naadloos aansluiten bij de visie van de topfotograaf op alle aspecten van het Vlaamse wielerleven en onze grootste wielericonen. Van 25 auteurs werden gedichten opgenomen. Vier van mij, maar ook van o.a. Hugo Claus, Freek de Jonge, Gerrit Komrij, Tom Lanoye, Patricia Lasoen, Julien Vangansbeke, Bart Vanreusel, Dimitri Verhulst en uiteraard ook van Willie Verhegghe, met lengten voorsprong de kampioen onder de wielerdichters. Na de vernissage mochten de aanwezige auteurs op uitnodiging van minister Bert Anciaux met zijn allen naar het restaurant Grade langs de Charles De Kerckhovelaan, een goedgekozen plek, want vlakbij de aankomstlijn van de Omloop Het Nieuwsblad, de openingswedstrijd van het Belgische wegseizoen, die we een uurtje eerder, tussen de opening van de expositie en de lunch door van op het Sint-Pietersplein zagen vertrekken. En zo schoven we samen rond de dis voor recuperatie en ravitaillering, de rouleurs en de rittenkapers uit letterenland, in een willekeurige en spontane keuze van tafels – ja, voor de brothers-in-arms Verhegghe en Cornillie mocht het best die bij het raam zijn, met uitzicht op de voorlopig nog dunbevolkte finishstrook. Daar kwam ook fotograaf Stephan Vanfleteren bijzitten en Willy Tibergien, ook al een Grote Meneer, want met zijn centrum en krant al dertig jaar en meer de pleegvader van dat weeskind van de literatuur dat poëzie heet, de taaie volharder in de lange ontsnapping, de Jackie Durand van de Vlaamse dichtkunst. En tot slot wou dus ook Freek de Jonghe ons gezelschap vervoegen, de auteur van weliswaar maar één wielergedicht, zij het wel een bijzonder schoon, eenvoudig en gevat, zoals het hoort – maar daar bovenop toch ook een flandrien in het diepst van zijn velodromen, een connaisseur van het wereldje bovendien, met het wielerhart op de juiste plaats. Twee uurtjes tafelen met de Nederlandse cabaretier, het werd voor ons gezelschap zoveel méér dan gepocheerde zalm op een bedje van prei, het gaf pigment aan een mooie zaterdagmiddag in Gent. Een eenvoudige, joviale man is deze Freek, helemaal niet opdringerig of Hollands-arrogant, maar integendeel respectvol en vriendelijk, oprecht geïnteresseerd in mensen en hun bezigheden. Grote dank Meneer dat ik u even van nabij mocht leren kennen.

 

De tentoonstelling ‘WielerSportCultuur’ loopt in Gent nog tot 22 maart 2009 in het Huis van Kina (Sint-Pietersplein 14). In Brugge staat de collectie tijdens de Ronde van Vlaanderen vanaf 3 april tot en met 13 april in het Provinciaal Hof, Grote Markt. Van 3 tot 13 september staat alles in het Nederlandse Goes tijden de Internationale Senior Games. En in oktober zal de expositie te zien zijn in het Wielermuseum in Roeselare. De toegang is telkens gratis en er is een begeleidende cataloog.