Zaterdag 02 oktober

Deelnemen is belangrijker dan winnen, ja, ja. Maar soms hoop je wel een keer op ietsje méér. Al is het maar om het oordeel van een ‘deskundige jury’ te horen, om bevestiging te krijgen dat je met die schone letteren goed bezig bent. Allé vooruit, om de stank van eigen lof voor mij uit te blazen: zo’n jury (Gertie Beeck, Isabelle Cremer, Leen Van den Berg, Guy Kestens, Mark Van Tongele en Francis Verdoodt) heeft mijn gedicht Kaulille, Kempisch kanaal bekroond met de Poëzieprijs van Keerbergen. Naar ik vanochtend op de prijsuitreiking in het gemeentehuis van Keerbergen vernam, waren er voor deze literaire wedstrijd 278 inzendingen. Aardig is het bedrag dat aan deze bekroning verbonden is, maar al evenveel voldoening was er, toen op de proclamatie bleek wie ik aan de meet had geklopt: Gerda De Preter (2de prijs) en Tom Van Cleemput (3de prijs). Eervolle vermeldingen gingen o.a. naar Ann Van Dessel, Rik Dereeper en Sylvie Marie, huisdichteres van Humo – toch niet van de minsten, mijn gedacht.

Bij deze wil ik nog kwijt dat voornoemd gedicht zal voorkomen in de nieuwe gedichtenbundel ‘Stapvoets Verkeer’, die verschijnt bij Uitgeverij de Vries-Brouwers en door de stad Roeselare zal worden voorgesteld n.a.v. Gedichtendag, woensdag 26 januari 2011.

Kaulille, Kempisch Kanaal 

Neem nu zo’n kanaal, louter van water
dat wacht. Niet als een rivier
die stroomt naar ergens en naar later.
Maar een kanaal dat nu en hier,

in de ban van bomenrijen en boorden.
Niet als boten die rechttoe, rechtaan
moede onder de maan naar verre oorden,
van de oevers het afscheid in zich opslaan.

Niet als een gebeurtenis
die glijdt en schuift en drijft
met kolken en kabbelen en wuivend lis.

Maar het water dat draagt, dat blijft.
Oeroud, slapend en sacraal.
Een doorzichtig laken. Zo’n kanaal.

© Patrick Cornillie

16octb