Coureurs van weleer

Wat kan en blijf ik mij verkneukelen aan de verhalen van de coureurs van weleer. Zoals gisterenavond weer, toen ik op het podium plaats mocht nemen tussen Patrick Sercu, Guido Reybrouck, Willy Van Neste en Gilbert Desmet. Het hoeft niet eens helemaal de waarheid te zijn die ze verkondigen, als het maar schoon verteld is – en dat was het eens te meer. Ze waren te zien en te horen in De Schouw, het nieuw cultureel centrum dat in mijn thuishaven Lichtervelde feestelijk werd geopend. Allerlei concerten stonden er de voorbije dagen op het programma en zowaar dus ook een praatavond. Niet meer van deze tijd, denk je, tenzij je enkele wielercoryfeeën op een podium zet, samen met Wetstraatjournalist en wielerfanaat Johny Vansevenant. Een ijzersterke formule. Met bijna 200 waren ze, allemaal wijze mensen die op deze donkere winteravond dit gezelschap verkozen boven de onnozeleteiten op televisie. Hoe het was om te rijden en te strijden aan de zijde van Van Looy en Merckx, daar draaide het om. En over de koers, als een wereld van helden en geld, brood en spelen. Als geen ander weet dorpsgenoot Vansevenant dan de sappigste anekdotes en strafste quotes uit te lokken. Zoals die van Willy Van Neste bijvoorbeeld: “Ja, de ploegmaats van Merckx vonden mij een ambetant manneke. Ze maakten zich boos omdat ik altijd weer demarreerde. Terwijl ze toch niet verplicht waren om mij terug te pakken, hé!” Er moesten er méér zijn, van die praatavonden…

IMG_0130 IMG_0127 IMG_0125_bewerkt-1 IMG_0061bis IMG_0049