Het was snikheet, die maandag 28 juli 2008, op het marktplein van Beauraing, waar de start plaats vond van de derde etappe in de Ronde van Wallonië. Slenteren tussen tentjes en terrasjes, politieagenten en hostesses, blinkende wagens met geweien van wielen op het dak. Een hoogbejaarde Ardennees vergaapt zich aan het wonder van een Shimano 10 Speed. Een soigneur vult extra bidons. Tot op het laatste moment zijn ze in hun teambussen gebleven, hebben ze verkoeling gezocht, maar eindelijk komen ze eraan. Nuyens, Nys, wereldkampioen Bettini, geletruidrager Van Avermaet. De lichte opwinding die zoiets teweeg brengt. Venten veren recht. Moeders vatten post bij de nadar, het fototoestel in aanslag. Kinderen reiken renners pen en papier aan. Nog vijf minuten. Een plaatselijke prominent krijgt een alarmpistool toevertrouwd. En plots dat gejuich, dat aanzwelt en zich mee met een horde fans over het plein beweegt. “Et voici, m’dams et m’sieurs, Tom Boe-nèn!” De stem van de speaker die een octaaf hoger gaat, ter aankondiging van de vleesgeworden Sint-Hubertus, klaar om heuvels en wouden te veroveren, nog net geen kruis boven de helm. Ook mijn dochters vallen in aanbidding voor deze heilige.
Of papa geen foto kan versieren? “Tuurlijk, kom, niet aarzelen, want binnen vier minuten klinkt het startschot.” Even door dat wachtende peloton waden, beetje links, beetje rechts, ha daar is Boe-nèn! Kan het nog, in zeven haasten? “Joa, doe moar mèskes, gene peniek, ze raaie nog nie wèg!” En dan zie je het op zo’n momenten altijd gebeuren. Sta je klaar om af te drukken voor een foto, dé foto met Zijne Heiligheid, en komt er zich plots en onverwacht een ander in het beeld wringen. Quick en slapstick, duidelijk de plezantste thuis, een Stan Laurel in rennerspak. “Gadoeme, de Weylandt, weer gàà! Joa, sorry mèskes, zullen we dees fottoo nog es erpakke?” Neen, laat maar, zo is die ook best leuk. Mét Wouter Weylandt dus, altijd gekscheren. Maar zich daarna wél komen excuseren. “Ach, we mogen eens lachen hé. En zeker met den Boonen!” Zo’n foto is en blijft het dus. De Smiley van Wouterke, voor de eeuwigheid. Niet eens drie jaar geleden genomen.
Zo pas hoor ik het droeve nieuws uit de Giro. 9 mei 2011. Wéér een maandag. Zonder twijfel stond vanochtend in Reggio Emilia nog eenzelfde Weylandt aan de start, even olijk als toen in Beauring. Dollend met zijn ploegmaats en vrienden in het peloton, genietend ook van het vooruitzicht van zijn kleine spruit die over een paar maanden geboren wordt. Die Weylandt dus, die daar enkele uren later ligt, op het asfalt van een smalle weg, artsen over hem heen gebogen – tevergeefs, want de guitigheid en het leven is er helemaal uit. Mijn dochters zijn er ondersteboven van. En ik met hen.