Maandag 28 juli 2008

Opnieuw drie ritten gevolgd van de Ronde van Wallonië en mij andermaal afgevraagd waarom daar op de VRT geen rechtstreeks ritverslag van te zien is. Hetzelfde geldt trouwens voor de vierdaagse rittenwedstrijd Circuit Franco Belge, die in het najaar wordt verreden. Al even professioneel georganiseerd als de Tour de Wallonie, mooi parcours, telkens ook een puik deelnemersveld. Maar weinig of niets daarover in de Vlaamse pers. Nochtans gaat de VRT er prat op dé wielerzender bij uitstek te zijn. De drie grote rondes brengt de staatszender dagelijks op de buis. Als vanzelfsprekend. Ook alle ritten van Parijs-Nice, van de Ronde van Zwitserland, zelfs van de Ronde van Romandië – waarin zich, met wat geluk, twee Belgen rangschikken tussen de 80ste en de 90ste plaats. Maar een ronde in eigen land, met vijf schitterende ritten nochtans? Neen. Los van elk politiek gekibbel kan ik als welmenende wielerliefhebber dus alleen maar vaststellen dat voor een aantal Vlamingen Wallonië inderdaad geldt als het buitenste aller buitenlanden.

 

Fascinaties aan de Ronde van Wallonië. Ieder jaar stortregen bij de start van een rit. Dit keer de hemelsluizen open boven Tubize. De helling van Ronquières naar Henripont: lang en lastig. Heb ik het goed voor als ik zeg dat die in de jaren ’70 in de finale van Parijs-Brussel zat? Hernemen, mannen! Tweede rit: tijdens het afsnijden tussen Andenne en Yvoir enkele mooie dorpjes ontdekt. Goyet en Mozet. Mij vooraf afgevraagd waarom het parcours tussen Profondeville en Namen nog even rechts van de Maas gaat. Het antwoord: de Côte de Lustin. Een ontdekking. Nog een geluk voor de renners trouwens dat ze de zuidkant beklommen. Vanuit de andere richting steekt er namelijk een knik in van liefst 23%. Gemerkt dat tussen Dinant en Namen, links van de Maas, een fietspad wordt aangelegd, volledig los van de (vaak al te drukke) N92. Zeer toe te juichen. Zeker nog eens afhaspelen. Bevestiging van hetgeen ik in de Grote Prijs van Wallonië – die andere, al te fel onderschatte wedstrijd – al zag: de Citadel van Namen is en blijft één van de mooiste aankomstplaatsen in ons land. Derde rit, van Beauring naar Neufchateau. Voortdurend in en uit de Semoisvallei, met als gevolg een onwaarschijnlijke opeenvolging van lange, vaak pittige hellingen. Een klassieker waardig. Zo’n tien jaar geleden fietste ik al een aantal van die côtes: Rochehaut, Ucimont, Les Hayons, Bouillon. Verderop toch weer nieuwe én zware klimpartijen ontdekt, vooral rond Dohan, Cugnon en Mortehan. Te onthouden!

 

Indrukken uit die Ronde van Wallonië. In Soignies van spurtzege genoten van Tom Boonen. Sterk. Op de Ardense hellingen nogmaals gemerkt dat Greg Van Avermaet zoveel méér is dan louter maar een coureur voor de Vlaamse kasseiklassiekers. Nick Nuyens: degelijk, zoals steeds. En dat terwijl mevrouw Nuyens mooi en zwanger stond te wezen langs het parcours. Gianni Meersman: talent zat, maar voorlopig nog wat wisselvallig. Iljo Keisse: duchtig aan het trainen voor Peking. Idem wat betreft Flup Meirhaeghe en Sven Nys. En wat me van die drie ritten vooral bijblijft, is de honger waarmee Paolo Bettini nog altijd rondrijdt. Nu al durf ik voorspellen dat de kans groot is dat Il Grillo voor de derde opeenvolgende keer wereldkampioen wordt.