Over het ‘rode boekje’…

Een cover moet opvallen, zo heet het, en de layouter van Les Iles kent duidelijk zijn stiel. Naar verluidt noemen sommigen ‘De 100 mooiste wielergedichten uit de Vlaamse & de Nederlandse literatuur’ nu al ‘Het Rode Boekje van de wielerpoëzie’. En over dat boekje wordt ook aardig wat bericht, zoals op House of Cycling bijvoorbeeld en de blog met de ‘Mededelingen van het Centrum voor Documentatie & Reëvaluatie’. Terwijl ik in mijn inleiding schreef dat er 48 Vlaamse en 29 Nederlandse auteurs in de bloemlezing zijn opgenomen, spreekt recensent Daam Noppe van 14 auteurs geboren benoorden en de rest bezuiden de Moerdijk. “Die verhouding geeft nog duidelijker aan hoezeer het wielrennen, De Koers, meer leeft in het zuiden dan in het noorden (waar zonder enige twijfel weer meer dichters hun inspiratie vinden bij het schaatsen).” Zo had ik het zelf nog niet bekeken, maar hij zal wel gelijk hebben met die ‘grote rivieren’ als de grens van de wielergekte – min of meer ook de grens tussen het katholieke en protestantse Nederland, dat daar onlosmakelijk verbonden was/is met sportbeleving.