Zondag 06 juli 2008

Ons straatje ligt vandaag blijkbaar op het parcours van een gezinsfietstocht. Om de haverklap komen groepjes langs. Mensen in zondagse zomeroutfit, op mooie stadsfietsen. Daartussen één man, evenzeer op een stadsfiets, maar uitgedost met spannend koerstruitje en broek van Quick Step, witte sokjes en zwarte moccassins. Potsierlijk.

Zondag 29 juni 2008

Met mijn twee jongste dochters de Freddy Maertens Cycling Tour gefietst. Een ritje van Freddy’s woonplaats Beitem naar de velodroom van Roubaix en terug. Een organisatie ten voordele van de vzw Kloen ziekenhuisclowns. Mooi parcours, perfect uitgepijld, prima organisatie, 1197 deelnemers en alweer een ferme tombola achteraf. Bewonderenswaardig hoe Freddy en zijn copains Hans en Peter het elk jaar weer klaarspelen om zoveel bijeen te krijgen. Racefiets, mountainbike en kinderfiets, tientallen wieleruitrustingen en -gadgets. Neen, we gaan niet naar huis met een prijs, maar we hebben wel van deze zondag genoten. Een aanrader, deze cycling tour.

 

Ik zie nog net de eindspurt van het BK in Knokke. Jürgen Roelandts wint voor Sven Vanthourenhout. Ei zo na wordt dus een cyclocrosser Belgisch kampioen op de weg. Kevin Pauwels finisht achtste, Sven Nys, die mee de finale hielp kleuren, eindigt 18de. Eerste bedenking die bij mij opkomt: hebben ze in Knokke dan zo’n slechte wegen dat veldrijders er optimaal profijt uithalen?

Zaterdag 28 juni 2008

Vanochtend bij de bakker hoor ik een man vertellen over hetgeen hij zopas heeft gelezen in zijn ochtendkrant. Een open brief van Johan Museeuw waarin hij vraagt dat Tom Boonen dringend klaarheid schept over zijn cocaïnegebruik. Ik dus stante pede naar de krantenboer, want het gaat om een dagblad dat zich nooit wil of zou bezondigen aan een vleugje sensatiezucht, zich nimmer laat ringeloren in een goedkope vedettecultus, laat staan ook maar één leugentje de wereld instuurt. En geef toe, een open brief van de tot voor kort zo timide, bijwijlen bijzonder stugge ex-wielerkampioen, dat maakt een mens nieuwsgierig. Zeker als het over ongeoorloofde middeltjes gaat.
Tussen de vele krantentitels is het niet lang zoeken, want op de voorpagina van de bewuste krant staat niet alleen een foto van Museeuw met daaronder “Wees duidelijk over cocaïne”, maar ook en vooral een prent waarop Belle Perez van kop tot teen barrevoets ligt te wezen. Je ogen worden er als het ware naartoe gezogen. Het gaat om een verwijzing naar de weekendbijlage waarin, naar men de lezer laat vermoeden, nog méér te zien is van de Limburgse schone met Spaans bloed. Wel zie, als ik al uitzag naar één schoon madam die zich eens geheel en al barrevoets aan mij mocht openbaren, dan was het wel Belle Perez! Nooit gedacht trouwens dat brave Limburgse dames zoiets durfden, maar allé, dromen zijn er om ooit eens uit te komen.
De truc van de commercie werkt, ik kan niet vlug genoeg mijn geldbeugel bovenhalen. Terwijl ik fluitend – “Enamorada boemboem!” – de winkel uitstap, kookt het in mijn Belgische bloed al van ongeduld om de bijlage te openen. En voorwaar, eenmaal thuis, vlug vlug doorbladerend naar de bladzijden 7 tot en met 13, blijkt het inderdaad zeer de moeite. Dat is nog eens, wat men noemt, “nieuws héét van de naald”! Maar ik zei het al, het betreft hier dan ook een echte kwaliteitskrant. Wat daarin allemaal te lezen staat! Een diepte-interview met La Belle (want het gaat niet alleen om de foto’s natuurlijk), een modereportage onder de noemer “Laat de bohemien in je los!”, een diepgravende studie over “Bloot voor het geld”, de vaste rubriek seksadvies door ene Mieke Mievis, een psycho-analytische bijdrage met als titel “7 leuke plekjes om hét buiten te doen”, alweer een andere rubriek waarin gescheiden partners over elkaar spreken, een bevrijdend artikel over naturisten en tot slot een heuse zomerhoroscoop, speciaal voor de lezer samengesteld door de huisastrologe. En dan heb ik het alleen nog maar over die weekendbijlage! Want eerlijk gezegd, menig uur en 58 bladzijden later, ben ik nog altijd niet tot de eigenlijke krant toegekomen. Méér zelfs, heb ik nog niet eens datgene gelezen waarvoor ik ze eigenlijk heb gekocht. De open brief van Johan Museeuw aan Tom Boonen. De vraag is zelfs of ik die nog wel wíl lezen, na al die hoogstaande, volksverheffende, boeiende edoch zeer vermoeiende lectuur die ik al tot mij nam. Sorry Johan, dan ben je al eens communicatief…

28juni

Zaterdag 14 juni 2008

In het Wielermuseum in Roeselare opening van de nieuwe thematentoonstelling “100 jaar Koolskamp Koers. Een eeuw strijd voor de leeuwentrui.” Een aanrader voor elke wielerliefhebber met zin voor historiek, want weinig wielerevenementen hebben zo’n rijke traditie als Koolskamp Koers of het Kampioenschap van Vlaanderen, overigens één van de oudste wedstrijden van het land. Wat in 1908 begon als een velokoers met een uitdagende naam, groeide uit tot een echte publiekstrekker, een volksfeest dat het dorp bekendheid gaf tot in alle hoeken van het land.
Ooit de klassieker der kermiskoersen genoemd, staat Koolskamp Koers tegenwoordig gecatalogeerd als 1.1 op de Europe Tour van de UCI-kalender. Een quotering waar het recht op heeft. Want wielerhistorisch is het Kampioenschap van Vlaanderen van bijzondere betekenis. In Koolskamp lanceerde Karel Van Wijnendaele in 1912 de allereerste uitgave van Sportwereld, wat gelijk stond met de geboorte van de Vlaamse sportjournalistiek. In Koolskamp groeide het idee voor een heuse Ronde van Vlaanderen. Het is via Koolskamp dat het woord flandrien de wielrennerij binnendrong. En elk jaar opnieuw krijgt de winnaar er een leeuwentrui, ondanks die na een eeuw nog altijd niet officieel wordt erkend.
Wat heeft Koolskamp precies tot Koolskamp gemaakt? Is het die unieke erelijst, met zowel Kint, Schotte als Van Steenbergen, Van Looy en Merckx, Maertens en Museeuw als winnaars? Of is het de sfeer, dat Breugeliaanse tafereel van sport en folklore? Het antwoord krijgt u in ‘100 JAAR KOOLSKAMP KOERS’, een thematentoonstelling die een eeuw strijd voor de leeuwentrui etaleert in unieke foto’s en exclusieve filmpjes, truien en trofeeën.

 

Openingstijden:

 

Van dinsdag tot en met zaterdag van 10 tot 17 uur
Laatste ticketverkoop om 16u15
Gesloten op maandag, zondag en feestdagen

 

Wielermuseum – Polenplein 15 – 8800 Roeselare
T 051 26 87 40 – F 051 26 87 41 – E wielermuseum@roeselare.be

Vrijdag 13 juni 2008

De Omloop van het Houtland, 1.1 in de UCI Europe Tour, wordt op een totaal nieuwe leest geschoeid. Beperkte het parcours zich in het verleden tot enkele lussen rond start- en aankomstplaats Lichtervelde, dan wordt voortaan het héle Houtland aangedaan. De nieuwe omloop is uitgetekend langs Ruddervoorde, Zedelgem en Jabbeke, volgt een hele tijd het kanaal Plassendale-Nieuwpoort, en gaat via Sint-Pieters-Kapelle, Diksmuide, Klerken en Zarren terug richting Lichtervelde. Daar volgt nog een spetterende finale van 8 plaatselijke ronden.
Voor het eerst wordt tegelijk ook een afwachtingswedstrijd georganiseerd. Terwijl de eliterenners de weg opgestuurd worden voor de grote lus van dik 100 kilometer, kan het publiek ter plekke genieten van een criterium voor elite zonder contract en beloften, over een circuit van 1,6 km in de centrumstraten.
De Omloop van het Houtland, qua UCI-categorie vergelijkbaar met b.v. Dwars door Vlaanderen of de Brabantse Pijl, wordt straks verreden op woensdag 24 september. Andermaal brengt Sporza deze semi-klassieker op televisie, de daaropvolgende zondag, in een ruime samenvatting vlak voor de rechtstreekse uitzending van het wereldkampioenschap. De zege in de Omloop van het Houtland ging vorig jaar naar Steven de Jongh, voor Baden Cooke en Niko Eeckhout. In Lichtervelde maakt men zich sterk om naast Quick Step-Innergetic en Silence-Lotto ook enkele Franse ProTour-ploegen aan de start te krijgen (Cofidis, La Française des Jeux,…).
De Omloop van het Houtland, een organisatie van de koninklijke wielrijdersbond Flandria, is straks aan de 64ste editie toe. Op de erelijst prijken o.a. Leon Vandaele, Gilbert Desmet, Tuur De Cabooter, Roger De Vlaeminck, Patrick Sercu, Herman Vanspringel, Walter Planckaert, Johan Museeuw, Johan Capiot en Niko Eeckhout. Zie ook: www.omloopvanhethoutland.be

13juni

Dinsdag 10 juni 2008

We krijgen van Niko Eeckhout een fiets in bruikleen voor het Wielermuseum. Als ik in Wielsbeke bij hem aanbel, opent zijn jongste spruit de deur. “Dag meneer. En hoe heet jij?” Een spontane vraag van een guitig baasje van, naar ik schat, een jaar of zes.
Ik verklap ‘m mijn naam en vraag of zijn papa of mama thuis is.
“Is het wéér voor de dopingcontrole?”, zucht Eeckhout junior, met het soort samenzweerderigheid van grote mannen ondereen. Ik sta perplex. Dopingcontrole? Ik heb een mapje bij, dat wel, met de bruikleenformulieren voor het museum. Zie ik eruit als een dopingjager? Hoe moet ik mij zo’n controleur trouwens voorstellen? Met een mapje in de hand, blijkbaar. Maar toch ook met wat doktersgerief, me dunkt. En potjes voor een urinestaal of materiaal om bloed af te tappen heb ik helemaal niét bij. Gelukkig verschijnt de mama in de hall… Sjonge, het is tegenwoordig wat om een papa te hebben die koerst …

Donderdag 17 april 2008

Naar het fraaie stadhuis van Leuven (en van Louis Tobback) voor de uitreiking van de prijzen van de Universitaire Werkgroep Literatuur en Media – ook bekend van het tijdschrift WeL. In de categorie ‘columns en cursiefjes’ waren er 92 inzendingen. De jury (Hans Devroe, Jacques Hoste, Daniëlle Manet en Johannes Swings) bekroonde mijn column ‘Walhalla’ met de eerste prijs. Leuk is zo’n bekroning voor de centen die eraan verbonden zijn. Maar in dit geval vooral leuk, vind ik, omdat ‘Walhalla’ over wielrennen gaat en zoiets in universitaire kringen lang geen evident onderwerp is. Coureurs, daar wordt door bepaalde academici nogal eens op neergekeken. Maar goed, daar komt blijkbaar verandering in. Vriend-collega Dries Vanysacker brak de ban. Een professor aan de KU Leuven die zich op de sportgeschiedenis stortte en boeken over Roger De Vlaeminck ging publiceren. En nu dus mijn sportcolumn die bekroond wordt door een universitaire werkgroep. We zijn op goeie weg. Wielrennen, ooit erkennen ze het als een stukje Vlaamse ‘cultuur’…

Maandag 17 maart

Op de officiële website van Tom Boonen heeft moeder Agnes haar eigen rubriek: ‘Dans les yeux de ma mère.’ Daarin schrijft ze vandaag over de expositie die wij in het Wielermuseum hebben klaargestoomd. Ze zal het mij niet kwalijk nemen als ik haar dagboekfragment hier even kopieer… Eerlijk gezegd heb ik, in deze tekst, nog maar zelden een mooier compliment gekregen.

 

“Verleden week zijn wij naar het wielermuseum van Roeselare geweest voor de opening van een tentoonstelling rond de wonderjaren van Tom Boonen. Even waren we weer de jonge bezorgde ouders die hun zoontjes naar de koersen volgden. Wat was dat toch een ongelooflijke drukke, maar mooie tijd. Sven en Tom reden toen allebei en het was echt wel organiseren. André en ik hielden elkaar dan op de hoogte via gsm. Als we dan s’avonds thuis kwamen waren we moe maar voldaan dat alles weer goed verlopen was. De tentoonstelling gaat over de jeugdjaren tot nu. Mijn hamsteren van elk krantenartikel, trui, medaille, beker enz. wordt nu beloond met een prachtig resultaat. Thierry en Bieke, die al van bij de nieuwelingen Tom volgen op elke koers hebben beelden uit hun eigen filmotheek vrijgegeven. Altijd mooi om terug te zien. Thierry heeft het talent om elke emotie vast te leggen. Het eerste beeld dat ik te zien kreeg deed mijn ogen weer wazig worden, ik moet wel toegeven dat ik daar nogal dikwijls last van heb als ik ontroerd ben. Tom werd Belgisch kampioen bij de beloften en hij was zo gelukkig dat hij zijn papa rond zijn nek vloog en die weende als een klein kind. De beelden zijn te zien op een groot scherm en geven mij nog altijd kippenvel. Een volgend beeld is van Parijs-Roubaix bij de beloften, Tom was vierde en hij was zo blij dat hij in het gras viel en met een smile tot achter zijn oren zei, zoals hij alleen dat kan: “Hier kom ik terug om te winnen!” en… hij heeft woord gehouden hé. Meer ga ik niet verklappen want anders is het nieuws er af. Het loont de moeite om eens een kijkje te gaan nemen. Dan kan je met je eigen ogen de kracht van een jongensdroom zien. De tentoonstelling loopt nog tot 4 mei. Toen we na de tentoonstelling naar huis reden hebben André en ik elkaar eens goed vastgepakt en zijn we tot de conclusie gekomen dat deze mooie momenten al de stress doet verbleken.”

Dinsdag 11 maart 2008

Het is voor een auteur altijd leuk om reacties, brieven, e-mails van lezers te ontvangen. Deze, vandaag ontvangen van Bart De Schampheleire, freelance medewerker van o.a. Wieler Magazine, wil ik u niet onthouden. Sta mij toe, Bart, uw mail, recht uit het wielerhart, op het wereldwijde web te gooien…

 

“Dag Patrick, Ik las in het laatste nummer van Grinta! je column over het totale gebrek aan patroonheilige voor de wielrenners en fietsers. Ik weet niet of ‘mijn’ patroonheilige een ‘officiële’ is, maar ik wou je het volgende toch meegeven. Een jaar of twaalf geleden ben ik voor het eerst naar de Ronde van Lombardije gaan kijken. Daags voor de ‘klassieker van de vallende bladeren’ fietste ik in de buurt van het Comomeer wat rond en stopte aan de kapel ter ere van de Madonna del Ghisallo. Je kent dat kapelletje bovenaan die supersteile klim ongetwijfeld, het is volledig gevuld met wielermemorabilia (een fiets van Merckx, die van Casartelli, truien van Coppi tot Cipollini en van Bartali tot Armstrong) en ieder jaar als de Ronde van Lombardije er passeert luidt de pastoor de klokken. Toen ik het kapelletje de eerste keer bezocht kreeg ik van de pastoor een plastic bidprentje met op de voorkant een peloton dat aan de kapel voorbij trekt en op de achterkant een Italiaans gebed waarin aan de Madonna del Ghisallo bescherming wordt gevraagd voor alle fietsers. Sinds die dag heb ik het inmiddels totaal versleten plastic bidprentje ALTIJD bij me als ik ga fietsen, waar ook ter wereld. En ook al geloof ik in God noch gebod, toch ben ik er van overtuigd dat het mij al voor groot onheil heeft behoed. Dus misschien hebben wij wielrenners en fietsers toch ergens een patroonheilige. – Groeten, Bart”

Maandag 3 maart 2008

In het Wielermuseum opening van de thematentoonstelling ‘Tom Boonen. De Wonderjaren’. Heel wat materiaal uit de jeugdjaren bijeengekregen. Kampioenentruien, medailles, trofeeën, filmpjes tot en met de medaille en de trui van zijn allereerste zege – overigens meteen al in zijn allereerste wedstrijdje van SVS (Stichting Vlaamse Schoolsport), op het circuit van Zolder op 13 oktober 1983. Dat allemaal dankzij moeder Agnes, bij wie ik in Retie mocht aankloppen. Van meet af aan heeft ze alles over de wielercarrière van haar zoon bijgehouden en op die manier is ze als het ware een privé-museum aan het bijeenzamelen. Op de openingsavond zijn Agnes en André Boonen present. Ze vinden het fijn dat alles eens mooi gepresenteerd wordt. Twee echte Kempenaars: rustig, bescheiden, vriendelijk. Ze praten over de tijd dat ze als jonge ouders met hun zoontjes elke zaterdag of zondag naar de koers trokken, her en der in de provincie. “Ja, welke vader gaat zoiets denken als zijn zoon op zijn dertiende vraagt om aan zo’n scholenkampioenschap te mogen deelnemen?”, zegt André, op bijna verontschuldigende toon. De aanwezigen hebben vooral oog voor de filmpjes waarin Tom Boonen te zien is als nieuweling, junior. “En daar, zijn zege in het Belgisch kampioenschap voor beloften in Tessenderlo”, wijst moeder Agnes. “Nooit eerder had ik André zien schreien. Wel, die dag werd het hem te machtig. Zie, daar, voorbij de meet vliegt onzen Tom in zijn armen en komen de traantjes. Hé André, wéte nog ?”

3maartbis